Hij miste haar ogen. Maar niet haar neus. Vertelde ze over wat er een paar maanden geleden was gebeurd. Haar neus was gebroken. Maar de volgende dag bracht hij spijt. En cadeau’s. Hij was geen slecht mens. Hij had het zwaar gehad in zijn jeugd. Dus bleef ze. Tot de volgende keer. Toen sloeg hij weer. Maar nu achterover. Van de trap. Hij had bovenaan de trap zijn arm en bovenlichaam naar achteren gebogen om beter naar haar uit te kunnen halen. Eén duwtje was voldoende om hem uit evenwicht te brengen. Hij leefde nog. Beneden. Maar na een kwartier niet meer. Pas toen had ze 112 gebeld. Want ze kon haar telefoon niet eerder vinden.
ton
© snolite 2019