In de categorie ‘wie heeft de grootste’ is er nu een welkom alternatief voor de auto als statussymbool. De nieuwe maatstaf is vanaf nu…de grootste bastaard. Een bastaard kost een paar centen maar dan heb je ook wat.
Mijn vader was vroeger als de dood voor brand. Als wij ’s avonds kaarsen hadden gebrand moesten die daarna verplicht de nacht in de metalen wasbak in de keuken doorbrengen. Met natgemaakte lontjes! Voor het geval dat…
Barbecuen stond voor mijn vader gelijk met het in brand steken van onze tuin, ons huis en het doen van op z’n minst een poging tot het in brand steken van de tuinen en huizen van onze buren. Wij hebben vroeger dus niet heel vaak gebarbecued. In mijn herinnering aan de keren dat we dat wel deden, speelt een kleine, wankele barbecue die moeilijk aan de praat te krijgen was en er vervolgens heel lang over deed om het vlees gaar te krijgen, de hoofdrol.
Barbecue historie
In mijn jeugd was een barbecue een eenvoudig ding. Een open zwarte bak met een wankel rooster erop. Als je geluk had was één kant van de zwarte bak wat hoger om de ergste wind tegen te houden. Onder aan de bak zaten drie metalen beugeltjes waarin je de platgeslagen gebogen bovenkant van drie metalen pootjes kon schuiven. Het wiebelige resultaat reikte daarmee tot kruishoogte.
Aansteken van zo’n barbecue was een kunst op zich waarbij papier, spiritus, een gezonde dosis lef én het nodige geluk de belangrijkste ingrediënten waren. Als het ding eenmaal brandde was het ook nog een kunst om hem brandend te houden en te bepalen wanneer de (houts)kool heet genoeg was om te kunnen gaan bakken. Bbq-en was in die dagen een taak voor echte mannen; avonturiers met blote benen in een leren schort, een fles bier in de ene en een fles spiritus in de andere hand. Ruwe bolsters met verschroeide wenkbrauwen die met hun natgemaakte wijsvinger beoordeelden of het rooster heet genoeg was om te gaan bakken.
Barbecue revolutie
De echte mannen raakten wat op de achtergrond toen een aantal jaren geleden een nieuwe barbecue zijn entree in de barbecuewereld maakte: de Weber. Uitvinder George Stephen maakte van een scheepsboei een weerbestendige barbecue met een deksel. Een barbecue met ronde vormen en een thermometer. Het hele geval heeft ook nog eens een stevig onderstel. Met wielen!
De Weber was de barbecue die ervoor zorgde dat mensen het niet meer over ‘hun barbecue’ hadden maar over ‘hun Weber’. De Weber is heel lang de nieuwe norm voor barbecues geweest en gebleven. Een makkelijk ding om mee te bbq-en en hij ziet er ook nog eens goed én prijzig uit. Achter de Weber kon je nog maar een beetje de bink uithangen in je leren schort, maar dat kon niemand schelen. Een nieuw statussymbool was immers geboren. Met een Weber hoorde je erbij!
Ondertussen in Nederland
Het is misschien goed om hier ook even de buitenkeuken te vermelden. De buitenkeuken is een fenomeen dat sluipend zijn weg naar Nederlandse tuinen heeft gevonden en is precies wat hij heet: een keuken voor buiten. Een stuk aanrecht met gasfornuis en keukenkastje in de tuin dus. Een staaltje Hollandse nuchterheid. Waarom knoeien met een barbecue als je de keuken naar buiten kunt slepen. Maar daarmee houdt de Hollandse nuchterheid ook meteen weer op want ik heb nooit goed begrepen waarom je een minikeuken in je tuin zou zetten als je echte keuken zich in veel gevallen op minder dan 5 meter afstand aan de andere kant van de schuifpui bevindt. Waarschijnlijk toch een stukje borstklopperij dus. Als je thuis op korte afstand van elkaar twee keukens hebt, is geld geen issue voor je.
Barbecue tweevolutie
En toen kwam de economische malaise en was status even niet het belangrijkste. Maar we krabbelden gelukkig op en uit de crisis. Veel is nu weer als eerst. Maar niet alles. Voor auto’s bijvoorbeeld, het statussymbool van vroeger, is het een en ander veranderd. Je hebt nu naast ‘gewone’ leaseauto’s ook auto’s die je privé kunt leasen. Daarmee is niet altijd duidelijk of een auto eigendom of bezit is. Maar omdat we toch willen kunnen bepalen wie de grootste heeft, is er in 2018 het nieuwe statussymbool: de big bastard.
Big Bastard
De big bastard is een enorme barbecue in de vorm van een ei van bijna een meter hoog en een gewicht van 110 kilo. Maar dan heb je ook wat. Een greep uit de specificaties:
- ø 56 cm
- Dubbel geïsoleerde kap
- RVS grillrooster ø 48 cm
- Poeder coated onderstel van staal
- Speciale ‘triple spring’scharnier
- Metalen onderdelen van gehard staal
- Gietijzeren margrietschijf
- Hittebestendige handgrepen
- Anti-aanbaklaag
- Geïntegreerde thermometer
- Inklapbare zijtafels
- Zwenkwielen (met rem)
Misschien weet jij wat een margrietschijf is. Ik niet. Ik wist niet eens dat ik er een miste. En hoe ik het zo lang heb uitgehouden zonder triple spring-schanier? Ik begrijp het zelf niet, maar ik schrik er wel van.
Green egg
Lang leve de vooruitgang, denk je op het eerste gezicht. Maar wat heeft deze barbecue nog te maken met die spannende maar gezellige barbecue van het begin van dit verhaal? Niet veel.
Inmiddels heeft ook de ‘green egg’ het levenslicht gezien. Een nog groter en zwaarder barbecue-ei van 2000 euro. Die komt ook met een app. Je wordt op je telefoon gewaarschuwd als het vlees gaar is. Ga toch weg man; dat is geen bbq-en! En wat vind je dan van de ‘slow cooking’ mogelijkheid van het ding? Schei uit! Echte mannen cooken niet slow, die kauwen verkoold vlees!
Statussymbool
De bastard en het groene ei vallen vooral op door hun hoge prijs. En daarom zien we ze de laatste tijd waarschijnlijk ook in zoveel tuinen verschijnen. De crisis lijkt voorbij. De big bastard is het nieuwe statussymbool. Een statussymbool in de vorm van een gigantisch genotsei. Hoe bigger de bastard hoe hoger de status. Dat zegt misschien wel genoeg. Ik ben benieuwd wanneer het mogelijk is om zo’n ding via private lease aan te schaffen.
ton
© snolite 2018