Woordenwolkje

We kunnen nergens een bankje vinden. Dus strijken we neer aan de rand van de parkeerplaats. Plaats van handeling: parkeerplaats winkelcentrum Soest-Zuid. Daar zitten we gedrieën in de zon op een van de metalen beugels die de parkeervakken scheiden van drie rijen winkelwagentjes van de Jumbo.

Onze lunch, die we zojuist in de Jumbo bij elkaar hebben gescharreld, ligt bovenop een van de winkelwagentjes. Een combinatie van smoothies, kaasbroodjes, rozijnenbollen en verse eierkoeken. Een van ons eet een gezonde tonijnsalade mét gratis spork van de Jumbo! We hebben flinke trek na onze wandeling in de Soester duinen.

Auto’s rijden hier af en aan. Meestal staan ze maar een paar minuten. Stopplek voor de snelle boodschap. De meeste mensen negeren ons als ze uit hun auto stappen. Misschien zien we eruit als zwervers. We denken zelf van niet. Eén vrouw zegt gedag, maar dat is omdat we haar hielpen inparkeren. We zitten aan de zijkant van haar parkeerplek en toen ze in wilde parkeren dacht ze even dat haar auto minstens 5 meter breed was.

Ergens halverwege het kaasbroodje komt ze uit het niets aangelopen. Kwiek, klein, grijs haar, glad gezicht, rechte rug, gekleed in een grijze pantalon en lichtblauw jack, op sportieve schoenen met witte gummizolen. Ze ziet er zowel breekbaar als lenig uit. Ik schat haar boven de 80 jaar, maar dat komt voornamelijk door haar ogen: lichtblauw met een waas erover die oudere mensen soms krijgen. Zonder die ogen zou ik haar 20 jaar jonger schatten.

Ze lacht al naar ons bij het eerste winkelwagentje in de rij. Wij zitten bij het laatste. Ze begint ook meteen te praten. ‘Wat een heerlijk weer is het hè! Jullie dachten ‘we gaan lekker buiten eten’. Nou ik geef jullie groot gelijk hoor, de zon is heerlijk. Ik ga even naar de Jumbo. Een pak melk halen. Dan ben ik er even uit. En dat is echt geen straf met dit weer. Daar word ik vrolijk van. En als ik weer thuis kom, ga ik met mijn hondje wandelen. Ik heb een hond, moet je weten. En daar ga ik dan een heel stuk mee lopen. Een tijdje terug kwam ik bij een grasveld en daar waren allemaal jongens aan het voetballen. Toen rolde er ineens een bal naar me toe. En wat denk je wat? Ik gaf die bal een enorme schop en die rolde zo weer naar die jongens toe. Nou, dat vonden ze prachtig. En later kwamen ze m’n hond nog aaien. En weet je wat zo grappig is? Elke keer als ik daar nu weer loop met m’n hond en die jongens zijn weer aan het voetballen, schoppen ze de bal weer naar me toe. En ik schop hem natuurlijk weer naar ze terug. Leuk hè? Nou, ik ben het weer even kwijt. Ik vond het leuk om jullie te ontmoeten en wens jullie nog een hele plezierige en zonnige dag!’

Soepel loopt ze weg. Kijkt nog een keer om en glimlacht. Wij zweven nog even vrolijk in haar woordenwolkje.

ton

© snolite 2019

Delen? Graag!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *